Samenvatting
Doel
Aanpak
Resultaat
Leerpatronen
Alfa Romeo kreeg het idee om een gezinsauto te maken met dezelfde techniek als die van een raceauto, omdat de auto’s van de Formule 1 natuurlijk niet geschikt zijn voor gebruik op de openbare weg.
Alfa Romeo ontwikkelt in 1984 een 3,5-liter V10 Formule 1-motor voor het project Alfa Romeo 1035. Als Fiat het bedrijf Alfa Romeo overneemt in 1986, wil Fiat stoppen met het project, want Fiat vindt het idee om een raceauto te ontwikkelen maar niets. Hierdoor zou de net ontwikkelde motor niet gebruikt zou worden. Een jaar daarna is Fiat voor korte tijd eigendom van het raceteam Brabham, dat een onderstel voor de V10 motor gaat maken. Ook de rest van de auto wordt auto ontworpen en dat ontwerp komt sterk overeen met de gezinsauto van Alfa Romeo: de Alfa 164. De auto die tot stand komt heet de Pro Car en is dus een racewagen vermomd als gezinsauto. Het idee was om Pro Cars van verschillende merken tegen elkaar te laten racen in het voorprogramma van de Formule 1, met F1-coureurs. Deze speciale race zou Formule S gaan heten, met de S van 'silhouet'. Alfa Romeo deed enthousiast mee en ook racefans zagen het helemaal zitten, maar de andere fabrikanten, onder wie Honda, Ford en Renault, haakten af.
Door het terugtrekken van de andere autofabrikanten had het project geen toekomst meer. De F-1 courreur Riccardo Patrese rijdt op 9 september 1988 op het circuit van Monza met de Pro Car, maar heeft moeite met het matig geteste model. Na twee rondjes houdt hij het voor gezien. Er zijn maar twee 164 Pro Cars gemaakt en die zijn nu te zien in het Alfa Romeo-museum in Italië.
De autofabrikant Alfa Romeo had het idee om een racewagen te maken die eruitzag als een doodgewone auto. Met dit soort auto’s, genaamd Pro Cars, zouden speciale races gehouden kunnen worden: Formule S races. Alfa Romeo en racefans waren al enthousiast, maar andere autofabrikanten werkten jammer genoeg niet mee aan het plan.
Reacties (0)