Samenvatting
Doel
Aanpak
Resultaat
Leerpatronen
In Nederland kennen we de Wet publieke gezondheid (Wpg). Publieke gezondheid wordt hierbij gedefinieerd als ‘beschermende en bevorderende maatregelen voor de bevolkings- gezondheid, of specifieke doelgroepen daarbinnen, waar- onder het voorkomen en vroegtijdig opsporen van ziekten ook inbegrepen is.’ Ee´n van de terreinen waarop de Wpg betrekking heeft is de uitvoering van de jeugdgezondheidszorg, de JGZ. samen met de jongere. Vanuit de ideologie dat ziekteverzuim veelal een signaal is, kan psychosociale en (sociaal)medische problematiek vroegtijdig worden gesignaleerd en aangepakt. 2 Het NJC (Nederlands Centrum JGZ) en INGRADO (vereniging afdelingen leerplicht van de gemeenten) maken zich er sterk voor en er is ook een dialoog met het VWS, maar er is alsnog te weinig sprake van landelijke implementatie van de jeugdarts adolescenten en opschaling van M@ZL. 4 De M@ZL-methodiek wordt hier en daar gei¨mplementeerd, maar dit gebeurt niet zelden in een aangepaste vorm, onder andere vanuit financieel oogpunt. Hierdoor is betrouwbaarheid en effectiviteit niet meer gegarandeerd. De meeste kinderen en jongeren in Nederland groeien gezond op en ontwikkelen zich goed. Dit is deels te danken aan de inzet van JGZ, een organisatie die inmiddels meer dan 100 jaar bestaat. Vanuit het Basispakket JGZ ‘ziet’ de organisatie kinderen en jongeren samen met hun ouders tot ze achttien zijn. JGZ is door een ‘historische weeffout’ echter niet werkzaam op het mbo, waardoor een grote groep 16-jarige vmbo’ers na hun slagen uit het beeld van JGZ raakt. Dit is spijtig, omdat ziekteverzuim, voortijdige schooluitval en mentale problematiek relatief vaker voorkomt bij jongeren tussen 16 en 23 jaar, de adolescenten. Met name mbo-studenten hebben hier vaak last van. Als jeugdarts in Amsterdam zou ik willen zeggen: laten we adolescenten in heel het land, ongeacht hun schooltype, tot hun 23e zorg aanbieden. In Amsterdam doen we dit vanaf 2009 al succesvol op het mbo, door goede afspraken tussen de wethouder, mbo-instellingen en het JGZ. Ook de financiering op gemeentelijk niveau is hierbij gerealiseerd.
De opvatting dat een 18-jarige al volwassen is, blijft een oud en ingesleten denkpatroon. Inmiddels weten we dat jongeren tussen de 18 en 23 jaar nog een zeer essentie¨le ontwikkeling doormaken en veelal nog niet als volledig volwassen kunnen worden beschouwd. Het doorbreken van dit denkpatroon is noodzakelijk, want alleen dan komt de juiste en passende ondersteuning op de juiste plek. Om de mbo-adolescent de hulp te bieden die zij nodig heeft, is de methode M@ZL (Medische Advisering bij Ziekgemelde Leerlingen) een effectief bewezen en behulpzaam middel. Bij M@ZL werken de jeugdarts, de student en/of ouder, de zorgcoo¨rdinator/mentor van de school en leerplicht met elkaar samen wanneer er sprake is van ziekteverzuim. De betrokken partijen werken en handelen vanuit hun gezamenlijke zorg samen. Iedereen opereert hierbij vanuit zijn eigen rol en altijd samen met de jongere. Vanuit de ideologie dat ziekteverzuim veelal een signaal is, kan psychosociale en (sociaal)medische problematiek vroegtijdig worden gesignaleerd en aangepakt. Na een succesvol begin in West-Brabant werd de methodiek M@ZL in Amsterdam in gebruik genomen - zowel op het voortgezet onderwijs als op het mbo. Inmiddels zijn er in Amsterdam elf jeugdartsen werkzaam op het mbo, die gebruikmaken van de preventieve en effectief bewezen aanpak M@ZL. Vanuit de positieve ervaringen in onder meer West-Brabant en Amsterdam, is het een logische stap om deze methode landelijk te implementeren. Dan moet er echter wel een structurele financiering komen voor jeugdartsen op het mbo.
Het blijkt ten gevolge van wetgeving en financiering vrij problematisch om jeugdartsen voor adolescenten en M@ZL op het mbo te implementeren. Ten eerste is de financiering lastig te realiseren. Het JGZ-aanbod dat aan alle kinderen in Nederland wordt aangeboden, is wettelijk vastgelegd in het Besluit Publieke Gezondheid: het Basispakket JGZ. De leeftijdsgrens van dit pakket is per 1 januari 2015 gesteld op 18 jaar. Op het mbo zijn daarom veel adolescenten die wat dit betreft de boot missen, aangezien zij de leeftijdsgrens van 18 inmiddels gepasseerd zijn. Met een jeugdwet (2015) tot 23 jaar is dit opmerkelijk. Daarnaast hebben veel mbo-scholen, anders dan in Amsterdam, studenten uit verschillende gemeenten. Een JGZ bedient soms verschillende gemeenten. In iedere gemeente is de zorg echter anders georganiseerd en moet er overeen- stemming zijn met de wethouders uit deze diverse gemeen- ten (samenwerking tussen JGZ organisaties, de GGD en scholen, bijvoorbeeld). In deze complexe situatie is het lastig om voor een programma zoals M@ZL voldoende draagvlak en financie¨le middelen te vinden. Het realiseren van een goede samenwerking tussen student, mentor, jeugdarts, ouder en leerplichtambtenaar komt hierdoor helaas niet afdoende van de grond. Daarnaast hebben leraren en mentoren in de praktijk veelal niet de tijd of capaciteiten om problemen bij studenten te signaleren. Velen zien het, ondanks de wet passend onderwijs, ook niet als hun taak. De focus ligt op onderwijs geven.
Om ervoor te zorgen dat de jeugd gezond opgroeit 'ziet' JGZ vanuit het Basispakket mensen tot ze achttien zijn. JGZ is echter niet werkzaam op het mbo, waardoor een groep 16-jarige vmbo’ers na hun slagen uit het beeld raakt. Dit terwijl ziekteverzuim, voortijdige schooluitval en mentale problematiek relatief vaker voorkomt bij jongeren tussen 16 en 23 jaar. M@ZL had het idee om jongeren tot hun 23e zorg aan te bieden, alleen bleek dit ten gevolge van wetgeving en financiering problematisch.
Reacties (0)