Toen in 2001 de scooter Segway voor het eerst op de markt kwam, was de verwachting dat het de wereld zou veranderen. De uitvinder van Segway, Dean Kamen, voorspelde: “Segway will be the car what the car was to the horse and buggy”. Men kon de Segway als alledaags voertuig gebruiken en hij was bijvoorbeeld ook mee te nemen in de metro. Het werd gemarket als een verlengde van je lichaam. Je Segway monitort namelijk je lichaamsbewegingen en past zich steeds aan om de balans te bewaren. Ook is de Segway geschikt om op allerlei verschillende terreinen te rijden. Hij kan lange afstanden rijden en was vrij zuinig. Het doel was om 40 duizend Segways per jaar te verkopen en het bedrijf verwachtte in de eerste dertien maanden 50 tot 100 duizend stuks te verkopen.

Segway ontwierp vier verschillende modellen die geschikt waren voor verschillende doeleinden en lifestyles: een standaardmodel, een lichtere versie, een voor ruige ondergrond en zelfs een voor op een golfbaan. In december 2001 werd de Segway officieel gelanceerd en begin 2002 werden de eerste Segways aan klanten geleverd. Het prijskaartje dat aan de Segway hing was er een van 3000 euro.

De verkoopcijfers waren niet zoals gehoopt. In maart 2009 vertelde iemand van Segway Inc. in een interview dat er meer dan 50 duizend Segways waren verkocht. De doelstellingen van het project zijn dus zeker niet behaald. Mensen vonden de Segway namelijk te duur en te zwaar. Ook vonden consumenten het er maar suf zien als alledaags voertuig. Vandaag de dag worden Segways vooral gebruikt als groepsactiviteit op vakantie of door veiligheidsmedewerkers in winkelcentra.