LHM’s ambitie is om dit unieke IgG-concept zowel in de reguliere als in de verzekerde zorg onder te brengen, door Nederlandse verzekeraars en zorgprofessionals de preventieve en curatieve effecten van de test te laten erkennen. Het IgG-concept dat LHM aanbiedt wordt uitgevoerd in meer dan 40 landen en in enkele van deze landen maakt het concept zelfs al deel uit van de verzekerde zorg. De fabrikant van het concept, R-Biopharm, is inmiddels CE-IVDR gecertificeerd wat betekent dat het concept op wetenschappelijk niveau en medisch gebruik voldoet aan de hoogste normen van diagnostiek in Europa. Waarom vergoeden verzekeraars in Nederland de test dan niet? “Dit komt vooral door een artikel (EAACI) verschenen op basis van een Europese studie, waarin staat dat IgG diagnostiek tegen voedingsmiddelen niet betrouwbaar zou zijn. Dit artikel ging echter over één subtype van IgG, namelijk IgG-4 . Er zijn echter grote verschillen tussen IgG-4 enerzijds en IgG-1, -2 en -3 anderzijds, aangezien IgG-1, -2 en -3 in staat zijn om een ontstekingsreactie te veroorzaken en IgG4 juist betrokken is bij het remmen van een klassieke voedselallergie.” vertelt General manager Cheyenne Seerden (MSc). “Het onderzoek uit het artikel ging over IgG-4 antistoffen. Ons concept toont ook IgG-1, -2 en -3 antistoffen aan. Juist deze IgG-1, -2 en -3 antistoffen kunnen laaggradige ontstekingen veroorzaken die tot klachten kunnen leiden. Inmiddels zijn er nieuwe internationale onderzoeken die positieve effecten van de aanpassingen in voeding vaststellen, gebaseerd op de resultaten van onze IgG-test”, merkt Christel Aben op. “Maar als het niet in de richtlijnen staat, dan gebruiken de reguliere zorgverleners het vrijwel niet”. “Daarbij komt dat niemand van de specialisten, zoals allergologen en MDL-artsen, de eerste wil zijn die met het inzetten van de test de kop boven het maaiveld uitsteekt”, zegt Mathijs Scheepers. Een grote groep mensen met chronische klachten waarvoor voeding een sleutel tot verbetering kan zijn, loopt hierdoor onnodig vast in de reguliere zorg.

Het concept is inmiddels al 20 jaar op de markt, ook in Nederland. De fabrikant van het concept en LHM Diagnostiek zelf hebben zich in deze periode uitermate ingespannen om het concept en IgG-diagnostiek bij mogelijke voedselallergie onder de aandacht te krijgen in de reguliere zorg. Helaas zonder significant resultaat. Zo heeft LHM verkennende gesprekken met verzekeraars gehad. Na een aanvankelijke kennismaking en uitgesproken interesse blijkt het moeilijk om verdere stappen te zetten. Door hun richtlijnen en protocollen is het lastig om tot concrete acties te komen. “Daarnaast ziet LHM ook dat verzekeraars nog steeds terugvallen op oudere publicaties en verkeerde interpretatie van deze studies”, merkt Christel Aben op. LHM heeft ook gesprekken gevoerd met reguliere huisartsen en specialisten. Zij zeggen wel geïnteresseerd te zijn in het concept, maar het komt nooit tot definitieve inzet in de praktijk. Dit komt vooral doordat zij het wereldwijde wetenschappelijke bewijs in onvoldoende mate erkennen en doordat de test niet binnen de verzekerde zorg valt. De wetenschappelijke adviesraad van R-Biopharm heeft een bijdrage geleverd aan een publicatie in het Tijdschrift voor Voedingsgeneeskunde over de relevantie van het testen met IgG1-3. Het artikel beschrijft een studie die de effectiviteit van drie verschillende dieetbehandelingen voor PDS vergelijkt: het koolhydraatarme FODMAP-dieet, het IgG-gebaseerde eliminatie-rotatiedieet en het door een gastro-enteroloog aanbevolen controledieet. Uit het onderzoek blijkt dat het IgG-gebaseerde dieet het meest effectief was in het verminderen van PDS-symptomen, waaronder idiopathische buikpijn, buikpijn na een maaltijd en buikpijn tijdens de ontlasting. Daarnaast bleek het IgG-gebaseerde eliminatie-rotatiedieet effectief te zijn in het verminderen van symptomen bij patiënten met zowel PDS als migraine. Deze publicatie zou tot een ander inzicht bij zowel zorgverzekeraars als reguliere zorgverleners kunnen leiden. Recentelijk werd LHM aangesloten bij FoodValleyNL, dé onafhankelijke, internationale organisatie waarin innovators de wereldwijde transitie naar een duurzame voedselketen versnellen. Zij zijn met name geïnteresseerd in de effecten van gepersonaliseerde voeding. LHM probeert ook via deze weg met andere organisaties en zorginstellingen in contact te komen om het voedselallergie IgG-concept in te kunnen zetten onder de noemer gepersonaliseerde voeding, Naast de problematiek die hierboven beschreven staat zijn er ook enkele reguliere zorgprofessionals die de toegevoegde waarde van de test wel inzien.

LHM heeft tot nu toe nog te weinig vooruitgang kunnen boeken bij verzekeraars en andere landelijk opererende zorgpartijen. Daarom verschuift het de focus naar het creëren van meer draagvlak door regionale onderzoeken op te zetten om de bewezen effectiviteit van de test nogmaals aan te tonen. Op die manier hoopt LHM de landelijk opererende instellingen te overtuigen. Daarnaast heeft LHM een geaccrediteerde nascholing in ontwikkeling, waarmee zij de kennis onder (huis)artsen en overige zorgprofessionals over de test gaan vergroten. Cheyenne Seerden vertelt: “Er zijn veel wetenschappelijke onderzoeken geweest, waaronder double-blind randomised controlled trials die zijn uitgevoerd met ons unieke concept. Alleen, en daar lopen wij bij het opzetten van een goed onderbouwde studie ook tegenaan: een dieetinterventiestudie is erg moeilijk om te monitoren. Ook is de klacht of diagnose niet altijd eenduidig, vaak is het een combinatie van meerdere chronische klachten. Dit wil zeggen dat je wel inclusiecriteria kunt opstellen, maar tijdens de dieetinterventie vallen er nog patiënten af doordat ze het dieet niet volhouden. Het is voor ons als klein bedrijf dus moeilijk om dit te repliceren door een dieetinterventie te monitoren en een significante conclusie te trekken”. Een belangrijke les voor LHM is dan ook dat ze het niet alleen kunnen, Cheyenne Seerden: “Je hebt echt partners nodig en zorgprofessionals die wél achter de test staan. Om verder stappen te kunnen zetten hebben we andere partijen nodig die ons hierbij ondersteunen, anderen overtuigen en met ons meedenken.” Uiteindelijk blijft het doel van LHM om de unieke IgG-test onderdeel van de verzekerde zorg te maken en zo ook geaccepteerd te krijgen door reguliere zorgprofessionals zoals (huis)artsen en specialisten. Zo houdt LHM vol om uiteindelijk meer patiënten beter te kunnen helpen en samen toe te werken naar een gezondere samenleving met minder druk op de zorgsector.