Hans Zandvliet introduceerde in 1994 de Flippo: vrolijk gekleurde kunststof schijfjes waar kinderen mee speelden op het schoolplein. Het idee kreeg hij van Pogs, kartonnen schijfjes waar in Californië mee werd gespeeld. De Flippo werd nationaal en internationaal een enorme rage en Zandvliet kon met de grote winst in een mooie villa wonen, tegenover de koning. Op zijn hoogtepunt had hij een vermogen van 32 miljoen euro. De flippo rage hield aan tot het jaar 2000, veel langer dan gewoonlijk een rage het weet vol te houden. Na het succes met de Flippo had Zandvliet een nieuw idee voor een speeltje. Hij wilde een knikker maken met een 3D-figuur erin.

Zandvliet geeft Philips de opdracht om de knikker te ontwikkelen en betaalt hier miljoenen voor. Na twee jaar heeft het nog steeds niets opgeleverd. Intussen heeft het project al 11 miljoen euro gekost. Een Vietnamese relatie kwam naar Zandvliet en beweerde dat hij een oom had die de knikker zou kunnen maken. Zandvliet had er weinig vertrouwen in, maar wilde hem toch wel een kans geven. Twee jaar later krijgt Zandvliet de knikkers opgestuurd, ze waren perfect. Hij opent in 2005 een fabriek in Vietnam om de knikkers te maken en het ziet er veelbelovend uit. Drie maanden na de opening van de fabriek is een grote overstroming in Vietnam en loopt de hele regio Hanoi, waar ook de fabriek van Zandvliet staat, onder water. De fabriek is niet meer te redden, alle apparatuur was kapot. Tot overmaat van ramp begint de kredietcrisis, waardoor de bank geen geld meer wil lenen aan Zandvliet en hij alle zakelijke investeringen met zijn eigen vermogen moest doen.

Zandvliet was gedwongen zijn huis verkopen, maar er waren geen potentiële kopers die de financiering rond konden krijgen. De huizenmarkt was namelijk ingestort. Intussen ligt Zandvliet in het ziekenhuis, want hij moest een hartklep laten vervangen. Na de operatie heeft hij geen functionerend middenrif meer, wat hem arbeidsongeschikt maakte. Hij ontvangt ook een brief dat hij binnen een paar maanden 1 miljoen hypotheek moest aflossen. Hij had dat geld niet en belandde op straat. Zijn huis werd geveild en leverde maar 2 miljoen euro op, een fractie van de originele prijs. Hij bleek ook niet verzekerd te zijn voor arbeidsongeschiktheid, dit bleek uit de kleine lettertjes van zijn peperdure verzekering van 30.000 euro per jaar. Zandvliet blijft zitten met een schuld van 2 miljoen euro en moet van de bijstand rondkomen. Zandvliet klaagt niet over zijn nieuwe leven, hij weet de rust wel te waarderen en hij gaf nooit om dure spullen, geld maakt immers niet gelukkig. Zandvliet zou wel graag een comeback maken, niet voor het geld, maar hij zou graag met een creatief nieuw concept komen.